Curriculum vitae et artis
Ik heb altijd de behoefte gevoeld mooie dingen te maken of dingen mooi te maken. Ik doe sinds een
jaar of twaalf aan keramiek. Ik kan me goed vinden in deze vorm van decoratieve kunst. Mijn
streven is voorwerpen te maken die leuk, grappig en liefst ook mooi om te zien zijn. Ik heb mijzelf
met vallen en opstaan, of liever gezegd met bergen scherven, het vak geleerd. Ja het vak, want er zit
veel ambachtelijks vast aan de pottenbakkerij. Ik heb vóór ik aan de keramiek begon heel veel jaren
geaquarelleerd en geschilderd en ben daarbij altijd degelijk begeleid en dan bedoel ik ook in de
technische, ambachtelijke zin. Mijn werk beoogt twee kunstvormen, de keramiek en de
schilderkunst, te combineren. Ik maak van klei driedimensionale voorwerpen en versier ze met een
tweedimensionaal patroon.
De keramiek beslaat een schaal van puur praktisch tot heel kunstzinnig met daartussenin allerlei
vormen die in meer of mindere mate nut en sier combineren. Mijn werk zit helemaal aan de kant
van de versiering. Mijn werkstukken heten weliswaar vazen en kopjes, maar ze hebben hun
gebruikswaarde allang verloren: de vormen zijn alleen maar gebaseerd op bekende huiselijke
voorwerpen, maar de voorwerpen hebben geen praktisch nut en zijn zelfs onbruikbaar. Ze zijn
alleen maar om naar te kijken en, hopelijk, leuk gevonden te worden.
Wiepko Terpstra
Links
P.S. Kijk ook eens naar één van mijn vroege werken, de met aquarellen verluchte verhalenbundel ''Vergeten Eters'' en klik op: http://home.kpn.nl/terps191/
Klik hier om terug te gaan naar de homepage
Commentaren:
Een opmerking van een koopster: "Uw aardse werken hebben een hoog hemels gehalte!''
Een ode van Marten Klaver aan het werk van Wiepko Terpstra.
Beste W.,
Je aardse werken wachten op de ontdekking door Alice.
Het porselein met de langpotige theekopjes staat klaar.
Verderop staan, voor ‘t feestbezoek van torren, vlinders, krekels,
hoogpoot-, krompoot-, hang- en hobbelkopjes
in groepjes van twee of drie
en overal rondrandige-hoogwandige kleingaudiaanse schoteltjes
voor cake, beignet en pastei.
Je hebt ze aangedragen voor het servies van de theevisite.
Koningin Pimpelmee giechelt bij de aankomst van Alice.
Ha, ha ha, daar ben je dan.
Gelukkig staan regenboogworm en wenswortel nabij in hun vertrouwde omhelzing.
Hijg niet Alice, zegt ze, hier is een plaats van rust
een ontroering, kringels op de spiegel van de vijver.
Hijg niet, het is je ijver om op tijd te zijn
in deze wereld van tijdloze lofzingende lijsters.
Klauterend over kiezels en kluitjes kom je aan.
De ligusterhaag was een obstakel.
Tussen de tegels ligt een mierenloop
om en voorbij de hoge tuinkabouter.
Alice denkt:
“ Wat is dit allemaal,
dat ik hier moet zijn in het klein? “.
Dag Alice, hier moet je zijn.
Kom maar hier zegt Koning Konijn.
Kom maar hier bij ons plezier.
Boven hoor je de grommende grasmachine.
Ga maar zitten naast de verlamde vlinder.
En Alice.
Ze ziet, nu het rumoer zich neerlegt
en Wiepko’s servies oplicht in volle glorie,
de schitterende langpotige theekopjes en de limoenen.
Martenewa, 15 januari 2010