Hoe ik het maak en hoe ik het doe

Om terug te keren naar home, klik hier of op een plaatje onderaan

Mij wordt vaak gevraagd hoe mijn werk gemaakt wordt. Ik geef geen workshops of lessen, maar beschrijf hieronder in grote lijnen mijn wijze van werken.

Klei.

1,a. Ik maak porseleinklei nat door het in een (plastic) emmertje net iets onder water te zetten en laat de klei een nacht weken. Ik voeg papier maché * toe in de verhouding (volumen! niet gewicht) klei/papier 75/25. Ik meng goed met een (keuken)mixer en voeg al mengend water toe tot een consistentie van yoghurt of vla is bereikt. Ik smeer deze kleipap op een mal en laat drogen. Zodra de kleipap op de mal droog is, herhaal ik deze procedure wel een stuk of 20 keer tot het voorwerp naar mijn smaak dik genoeg is. Ik verwijder de mal (ballon, karton). De klei is nu niet meer brokkelig en goed te bewerken met een (nagel)schaar, een mesje en een vijl. Ik bewerk (knip, vijl) tot de gewenste vorm. Ik boetseer van solide porseleinklei oortjes, pootjes, knopjes, kraagjes en andere versierselen en plak die vast op het voorwerp met de klei-papiermachépap. Drogen. **Bakken bij 1220 ° C.

1,b. Soms boetseer ik voorwerpen, zoals vazen, van uitgerolde plakken klei, vaak met een ballon of een kartonnen koker als mal.

2. Decor.

Ik schilder op de buitenkant een abstract patroon met een sinterengobe. Ik versterk de al aanwezige kleur van de engobe (kleurklei) door pigmenten toe te voegen tot de gewenste kleursterkte (proefondervindelijk want pas duidelijk na bakken) bereikt is. Ook voeg ik ongeveer 10 volumen-% glansglazuur toe om de vaak doffe engobe, na het bakken uiteraard, een mat, satijnachtig aanzien te geven. Ik beschilder het voorwerp. De binnenkant beschilder ik met een glansglazuur. Drogen. Bakken bij 1020-1040 ° C.

3,a. Mal.

Ballonnen zijn prettige mallen. Je kunt ze met behulp van (schilders-)plakband in allerlei vormen maken en ook zijn er allerlei soorten en vormen van ballonnen te koop. Het rubber van de ballon is waterafstotend. Ik bevochtig een ballon met water met een beetje vloeibare zeep (b.v. afwasmiddel) voordat ik de kleipap met een kwast of dikke penseel aanbreng. Dan blijft de kleipap op het rubber plakken. Als ik na zo’n 15-25 keer pap aanbrengen en tussendoor drogen (dit proces duurt dagen!) de laag gedroogde kleipap dik genoeg vind, prik ik de ballon door en trek hem uit de kleivorm, zo nodig met een tangetje of een pincet. Mocht de kleivorm toch in twee of drie grote stukken breken of scheuren vertonen, dan kun je de stukken meestal weer aan elkaar lijmen en de scheuren dichten met dezelfde kleipap. Dat lukt natuurlijk niet meer, als de kleivorm in duizend stukjes gruis breekt. Scheurtjes, gleuven, gaatjes, randjes en andere foutjes herstel ik door één of meer keren kleipap op, over of in deze ‘’ongerechtigheden’’ te smeren.

3,b. Van dun karton maak ik soms een mal. Karton trekt water aan. Ik beplak de kartonnen mal met bakpapier of doe er een stukje plasticzak omheen. Bakpapier is matig waterafstotend. Als de kleipap een dikke, droge laag op de mal gevormd heeft, dan peuter ik voorzichtig met een tangetje of een pincet de kartonnen mal eruit. Je kunt dun karton vrij gemakkelijk buigen en krom trekken. Dan gaat de mal soms kapot. Dat is dan maar zo. Ik gebruik alleen dun karton. Met enig plakwerk en gefröbel met plakband kun je kartonnen doosjes maken in allerlei vormen. Ik houd de vorm steeds eenvoudig, want een ingewikkeld gevormde mal is lastig uit de kleivorm te peuteren.

3,c. Behalve karton gebruik ik ook zaailingbakjes van geperste turfmolm. Die bakjes kun je in tuincentra kopen in verscheidene vormen. Net als karton plak ik ze af met plakband of dek ze af voor ik de kleipap aanbreng.

*Ik gebruik tegenwoordig kant en klare papiermaché. Vroeger kocht ik een plastic zak met droge papier maché, waaraan water toegevoegd moest worden. D.w.z. ik voegde het papier maché toe aan de geweekte klei en bleef water toevoegen en mengen met de mixer tot de consistentie goed was (vla, yoghurt). Heel vroeger mengde ik de klei met WC-papier en voegde dan behangerslijm toe. Modelpoeder (fijn zaagsel met lijm, wordt met water kneedbaar hout) werkt ook goed.

* *De oven gaat niet roken, maar wel stinken, d.w.z. een bijna ondraaglijk zware schroeilucht verspreiden. Als eenmaal een temperatuur van 600 ° C bereikt is en de meeste cellulose (papier) verbrand is, riekt de oven nauwelijks of niet meer.  Blank porselein komt uit de oven na het bakken (tot 1220 ° C).  Ik rijd de oven de tuin in (en span een zeil erboven ter beschutting tegen eventuele regen). Zo verwaait de schroeilucht.

 

                                                    

Meng de porseleinklei met modeleerpoeder en water tot een dikke pap Smeer de pap op een mal en boetseer de onderdelen Ongelukje! De ''mal'' knapte

 

                                      

Beschilder met een kleurslib na de porseleinbrand en bak nog eens Richt een tentoonstelling in........  ..............en verstop de verpakking onder tafel

                                         

                                                                

 

...vind een model om het

halssieraad te tonen........

...of ga naar een markt en stal je werk uit  ''Heeft U die fijne vormpjes gemaakt?!" vroeg de bezoekster ongelovig, ''Ik had een frêle dametje verwacht''!